De vrijstelling voor de schenking voor de eigen woning:
Lijst van afkortingen:
Successiewet: Successiewet 1956
Schenking van een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, eerste of derde lid, van de Wet IB 2001 of de schenking van een bedrag ter zake van de verwerving van een zodanige eigen woning, ter zake van de kosten voor verbetering of onderhoud van die woning, ter zake van de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning dan wel voor de aflossing van een eigenwoningschuld als bedoeld in artikel 3.119a van de Wet IB 2001 of voor de aflossing van een restschuld vervreemde eigen woning
Restschuld als bedoeld in artikel 3.120a van de Wet IB 2001 waarvan de renten en kosten worden aangemerkt als aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning als bedoeld in artikel 3.120 van die wet
De verhoogde vrijstelling van artikel 33 onderdelen 5 en 6 van de Successiewet geldt ook voor de schenking aan een kind voor de aflossing van zijn restschuld vervreemde eigen woning.
De goedkeuring geldt onder de volgende voorwaarden:
De vrijstelling van artikel 33 onderdelen 5, 6 en 7 van de Successiewet wordt verhoogd tot een bedrag van € 100.000,- (dit geldt derhalve ook voor de hierboven vermelde goedkeuring).
De goedkeuring geldt onder de volgende voorwaarden:
Heeft u in het verleden belastingheffing trachten te voorkomen en wilt u ervan af.
Doe dit dan voor 1 december 2011. De staatssecretaris van Financiën heeft goedgekeurd dat er geen vergrijpboete wordt opgelegd als de belastingplichtige of zijn adviseurs de (ontmantelde) trust- en stichtingsstructuren meldt.
Zie hier het besluit..
Hieronder volgt de tekst van de goedkeuring:
Voor zover nodig keur ik goed dat de Belastingdienst ten aanzien van een belastingplichtige of zijn adviseur die zijn hiervoor bedoelde (ontmantelde) structuren meldt vóór 1 december 2011 ervan uit gaat dat de melding plaatsvindt vóórdat de belastingplichtige weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat de inspecteur met de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden (artikel 67n van de AWR). Dat betekent dat indien sprake is van inkeer binnen twee jaren, zoals bedoeld in artikel 67n, eerste lid, van de AWR, er geen vergrijpboete wordt opgelegd. Is sprake van inkeer buiten de bedoelde tweejaarstermijn dan geeft dat aanleiding tot matiging van de vergrijpboete (artikel 67n, tweede lid, van de AWR).
De bovenstaande “voorzovernodiggoedkeuring” in combinatie met een totaaloplossing, vergemakkelijkt het voor belastingplichtigen te komen tot een situatie waarin zij zoveel mogelijk uit zichzelf de regelgeving nakomen, hetgeen een strategische doelstelling is van de Belastingdienst. Vanzelfsprekend geldt vorenstaande niet indien de Belastingdienst voorafgaande aan de melding over een concrete structuur al contact heeft opgenomen met een belastingplichtige. Men kan zich schriftelijk melden bij de Belastingdienst/Oost-Brabant, kantoor Tilburg, Postbus 90300, 5000 MN Tilburg, t.a.v. de heer R.F.H. Reinewald.