In 2022 heb ik voor het eerst bekeken wat de marginale belastingdruk is, als het inkomen stijgt. Daar ben ik van geschrokken dat dit tot 90% kan oplopen. Het jaar 2023 is begonnen dus het is tijd om dit overzicht aan te passen, zeker gezien het feit dat de politici dit ook lijkt in te zien.

De aanslaggrens voor 2023 bedraagt € 52,-. Bij een inkomen van € 11.100,- bedraagt de belasting € 52,-, derhalve is het belastingtarief per saldo 0,00%.

Hieronder staan de tarieven, die van toepassing zijn als uw verzamelinkomen in die categorie valt. Dus heeft u een verzamelinkomen van € 38.000,-, dan zal een inkomensstijging u netto 50,46% opleveren. Maar uw zorgtoeslag zal met 13,82% dalen, uw eventuele huurtoeslag met 19,72% en uw eventuele kinderopvangtoeslag met 8,45% derhalve kan uw marginale belastingdruk 91,53% zijn.

Verdere toelichtingen over de uitwerking en/of berekeningen kunt u via deze link bekijken.

Disclaimer:

Er zijn meer heffingskortingen en de toeslagen zijn berekend in mijn fiscaal pakket onder de genoemde criteria. De verzamelinkomens zijn ingevuld onder loon uit tegenwoordige arbeid. Het kan derhalve (in uw geval) iets anders uitvallen.

Als administratiekantoor zijn wij geen voorstander van het afstaan van uw DigiD. Maar tot voor kort konden wij als intermediair geen inzage krijgen in alle relevante gegevens. Maar vanaf nu kunt u de registratie machtiging intermediair goedkeuren.

Zo heeft u als u inlogt met uw DigiD inzage in de vooraf ingevulde aangifte IB. Alle reeds bij de belastingdienst bekende gegevens die u dient aan te geven heeft de belastingdienst voor u al ingevuld. Maar met uw DigiD kunt u ook toeslagen regelen.

HeRa Finance, uw intermediair

Tot voor kort konden wij niet veel met deze informatie. De printjes konden we overnemen of we moesten 2 machtigingen aanvragen en gebruik maken van de software van de belastingdienst. Maar daarvoor zijn wij geen administratiekantoor geworden en professionele software gekocht.
Vanaf 2014 is het al mogelijk om de VIA (Vooraf Ingevulde Aangifte) te downloaden in mijn pakket en vanaf 2016 is het ook mogelijk om een terugkoppeling te krijgen van de toeslagen (toeslagen konden we aanvragen, maar we hadden geen inzage in de verleende toeslagen).

Elk jaar moeten wij apart aanvragen

Voor elk jaar dienen wij op dit moment 3 aanvragen te doen om gegevens die betrekking hebben op ons klanten van de belastingdienst teruggekoppeld te krijgen:
ServiceBerichten Aanslagen
Betreft: Activeren machtigingsregistraties Serviceberichten Aanslag voor uw Intermediair
U hoeft hier niets voor te doen, wij ontvangen vanaf dat moment (semi) automatisch een kopie van de door de belastingdienst opgelegde aanslagen. Desbetreffende formulieren hebben wij niet nodig. Wilt u op deze activatie enig moment stopzetten dan kunt u gebruik maken van de bijgevoegde envelop en formulier "Registratie machtiging intermediair afwijzen of intrekken".

ServiceBerichten Toeslagen
Betreft: Uw Intermediair wil serviceberichten over uw toeslagen ontvangen

Actie (zie hieronder) is vereist, wij ontvangen na activatie (semi) automatisch een kopie van de door de belastingdienst vastgestelde toeslagen. Wilt u op deze activatie enig moment stopzetten dan kunt u gebruik maken van de intrekkingscode vermeld op de achterzijde van de brief. Het formulier "Registratie machtiging intermediair goedkeuren" hebben wij nodig.

Vooraf Ingevulde Aangifte
Betreft: Uw Intermediair wil gegevens van de vooraf ingevulde aangifte gebruiken

Actie (zie hieronder) is vereist, wij ontvangen na activatie (semi) automatisch een kopie van de reeds bij de belastingdienst bekende gegevens omtrent uw loon, WOZ-waarde van uw woning, hypotheekgegevens en banksaldi. Wilt u op deze activatie enig moment stopzetten dan kunt u gebruik maken van de intrekkingscode vermeld op de achterzijde van de brief. Het formulier "Registratie machtiging intermediair goedkeuren" hebben wij nodig.

Formulier: Registratie machtiging intermediair goedkeuren

De op dit formulier vermelde activeringscode hebben wij nodig. Echter deze code is beperkt geldig, tot ongeveer 6 weken nadat u deze heeft ontvangen.
Wat dient u te doen, u scant deze brief, stuurt deze op of geeft deze aan ons op.
U kunt ook de activeringscode telefonisch doorgeven (op risico dat we hier op terug moeten komen als de activering mislukt).
Na activering hiervan zijn wij in staat om u nog beter van dienst te zijn.

Wees niet bang voor blauwe brieven want sommige maakt uw leven ook makkelijker

Als belastingplichtige moet u digitaal aangiften en opgaven doen. Maar digitaal kunt u dan ook meerdere zaken regelen, zoals toeslagen aanvragen en rekeningnummers wijzigen. Als u uw DigiD afgeeft aan derden, kunt u dus met onaangename verrassingen geconfronteerd worden. WEES GEWAARSCHUWD en lees hoe het werkt.

HOE KUNT U DIGITAAL AANGIFTEN VERZORGEN

U kunt op verschillende manieren digitaal aangifte doen:
• Via de internetsite van de belastingdienst
• Met (eigen) aangifte- of administratiesoftware
• Via een fiscaal intermediair, zoals fiscalist / administratiekantoor
De meeste fiscaal intermediairs verzorgen de aangifte via eigen aangifte- of administratiesoftware

VEILIG DIGITAAL AANGIFTE DOEN

Belangrijk bij de digitale communicatie tussen u en de belastingdienst is de beveiliging van die communicatie. De beveiliging zorgt ervoor dat:
• De afzender degene is die hij zegt te zijn
• Niemand anders de berichten kan lezen
• Niemand de berichten kan wijzigen

Dat de afzender degene is die hij zegt te zijn, wordt o.a. geregeld door de ondertekening van de digitale aangifte. Ondertekening bij aangifte met (eigen) aangifte- of administratiesoftware geschiedt met een digitaal certificaat. Ondertekening bij aangifte via de internetsite van de belastingdienst geschiedt via DigiD (particulier) of gebruikersnaam en wachtwoord (ondernemers).

BESTEED U DE AANGIFTEN UIT?

Als u uw aangiften laat verzorgen door een fiscaal intermediair, is het verstandig om goede afspraken te maken. U blijft namelijk zelf verantwoordelijk voor uw aangifte.

GEEF UW DIGID/GEBRUIKERSNAMEN/WACHTWOORDEN NOOIT AF!

Uw gebruikersnamen en wachtwoorden zijn persoonlijk. Fiscaal intermediairs hebben deze niet nodig. Geeft u ze wel af, dan kan u in het slechtste
geval slachtoffer worden van toeslagenfraude (wanneer iemand anders toeslagen aanvraagt en incasseert die u dan later wel moet terugbetalen).
Voorkom verrassingen met deze tip. U geeft per slot van rekening toch ook niet uw bankpas met pincode af aan derden?

Aangifte IB

Duur zeker? Zekers niet!

Voor een vast (laag) tarief ontzorgen wij u van uw aangifte verplichting

Meer informatie treft u hier aan

[su_heading size="30"]Lening eigen woning[/su_heading]

Op 1 januari 2013 zijn de regels voor de renteaftrek van de eigenwoningschuld (hypotheekrenteaftrek) veranderd. U mag voor nieuwe leningen alleen rente aftrekken als u de lening aflost. Had u vóór 1 januari 2013 al een hypotheek of lening? Dan mag u de rente blijven aftrekken, en bent niet verplicht om af te lossen.

Wanneer verplicht aflossen?

Om de rente af te mogen trekken, bent u in de volgende situaties verplicht de lening af te lossen:

  • U sluit voor het eerst een hypotheek of lening af.
  • U verhoogt uw bestaande hypotheek of lening, bijvoorbeeld voor een verbouwing.
    Had u op 31 december 2012 al een eigenwoningschuld? Dan geldt de aflossingsverplichting alleen voor het extra bedrag dat u leent.

 

U moet de lening aflossen in maximaal 30 jaar (360 maanden), en ten minste annuïtair. Dit betekent dat u maandelijks een vast bedrag betaalt, dat bestaat uit rente en aflossing. Ook als u lineair aflost hebt u recht op renteaftrek. U kunt met het hulpmiddel Aflossing annuïteitenlening kijken of u aan de aflossingsvoorwaarden voldoet.

Wanneer niet verplicht aflossen?

In de volgende situaties geldt de aflossingseis niet:

  • U sluit een starterslening af.
  • U gaat uw hypotheek oversluiten.
  • U hebt in 2012 een onherroepelijke schriftelijke overeenkomst gesloten voor de aankoop, onderhoud of verbetering van uw woning, maar u sluit pas in 2013 een lening af. De verbouwing of verbetering moet in 2013 zijn afgerond.
  • U hebt in 2012 een eigen woning verkocht, en koopt in 2013 opnieuw een eigen woning:
    Tot het bedrag van de oude eigenwoningschuld bent u niet verplicht af te lossen.

Bijzondere situaties

Geldt voor u een van de onderstaande situaties? Kijk dan wat dit voor u betekent.

Bron

[su_heading size="30" align="left"]Lening eigen woning bij familie, uw bv of buitenlandse bank[/su_heading]

Sluit u een lening af voor uw eigen woning bij iemand die niet verplicht is om gegevens aan ons door te geven? Bijvoorbeeld een familielid, uw bv of een niet in Nederland gevestigde bank. En bent u verplicht de lening af te lossen om renteaftrek te krijgen? Dan moet u de gegevens over uw lening zelf aan ons doorgeven. Doet u dit niet? Dan hebt u geen recht op (hypotheek)renteaftrek.

Gegevens van uw lening

Als u een lening afsluit bij een bank of een andere financiële instelling, dan zijn zij verplicht om de gegevens over uw lening voor de eigen woning aan ons door te geven. U kunt een lening hebben afgesloten met een instelling of persoon die niet verplicht is ons gegevens aan te leveren. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn: banken die niet in Nederland gevestigd zijn, of een familielid, of uw bv. Hebt u geld geleend bij iemand of een instelling die niet verplicht is om ons gegevens door te geven? Dan moet u ons zelf een aantal gegevens doorgeven.

Gegevens die wij willen hebben zijn bijvoorbeeld:

  • de naam en adresgegevens van u en de geldlener
  • uw burgerservicenummer/sofinummer
  • de startdatum van de lening
  • de hoogte van het bedrag
  • de looptijd in maanden
  • het rentepercentage
  • de manier van aflossen (annuïtair of lineair)

Hoe geeft u de gegevens door?

U geeft de gegevens door met het formulier 'Opgaaf lening eigen woning'. U hebt hiervoor een DigiD nodig.

Hebt u geen DigiD en kunt u die ook niet aanvragen? Dan kunt u dit formulier niet gebruiken. In 2014 komt hiervoor een oplossing.

Twijfelt u of u het formulier moet gebruiken? U kunt het beslismodel gebruiken om te bepalen of u uw lening aan ons moet doorgeven

Wanneer geeft u de gegevens door?

U moet de gegevens insturen als u aangifte doet over het jaar waarin u de overeenkomst afsloot, maar uiterlijk voor 31 december van het jaar na het jaar waarin u de (hypothecaire) lening hebt afgesloten.

Voorbeeld

U hebt in 2013 een lening afgesloten. Dan stuurt u de gegevens op als u aangifte doet over 2013. Hebt u uitstel voor het doen van uw aangifte en hoeft u pas in 2015 aangifte te doen? Dan moet u de gegevens uiterlijk 31 december 2014 hebben opgestuurd.

Als er tijdens de looptijd van de lening eigen woning iets wijzigt in de gegevens die u hebt ingestuurd, dan geeft u dat door binnen een maand na het einde van het jaar waarin de wijziging plaatsvond.

Bron

Wanneer u in loondienst bent bouwt u (in de meeste gevallen) via uw werkgever een pensioen op. Uw werkgever houdt een gedeelte van uw loon in, zet dit apart en keert dit uit wanneer u de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt. Het gedeelte dat apart gezet wordt behoort bovendien niet tot het loon en daar hoeft dus ook geen loonbelasting over betaald te worden. Pas bij uitkering van het pensioen moet u hierover belasting betalen.

Wanneer u een eigen bedrijf hebt (een eenmanszaak) dan bouwt u niet automatisch een pensioen op. U zult dus nu zelf moeten gaan nadenken over later. De belastingdienst biedt u hier een mooie mogelijkheid voor: de fiscale oudedagsreserve (FOR). Aan de hand van een voorbeeld zal ik uitleggen hoe de FOR werkt en wat de voorwaarden zijn.

Stel: u behaalt in het jaar 2011 een winst van € 40.000. U wilt ook na uw pensioen zeker zijn van extra inkomen bovenop uw AOW. De belastingdienst biedt de mogelijkheid om nu alvast geld opzij te zetten. U mag 12% van uw winst opzij zetten (met een maximum van € 9.542 in 2012). In dit voorbeeld is dit dan € 4.800 (=12% van € 40.000).

Uw belastbare bedrag in 2011 is nu niet € 40.000 maar € 40.000 - € 4.800 = € 35.200. Op uw balans neemt u nu een post Fiscale Oudedagsreserve op ter waarde van € 4.800. Wanneer u dit jarenlang doet kunt u dus een flinke voorziening opbouwen voor later en tegelijkertijd belastingbetaling uitstellen.

Wat is het nadeel van het opbouwen van een FOR? Het lijkt erop alsof u belasting bespaart. Toch is dit niet zo. Wanneer u uw voorziening uitkeert moet u nog steeds belasting betalen. U bent immers verplicht om over het bedrag dat is opgenomen belasting te betalen. Waarom dan niet direct belasting betalen maar toch gebruik maken van de FOR?

Ten eerste hoeft u niet nu al te betalen waardoor u geld in uw onderneming houdt en dus ruimer bij kas zit. Daarnaast is uw inkomen na uw pensioen misschien lager dan nu en zult u dus in een lagere belastingschijf terecht komen en bespaart u dus alsnog een beetje belasting.

Welke vereisten zijn er voor het opnemen van een FOR?

  • U moet ondernemer zijn voor de belastingdienst en recht hebben op de zelfstandigenaftrek (u moet voldoen aan het urencriterium van 1225 uur);
  • U mag nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt;
  • U moet wel winst maken, bij verlies mag u niets toevoegen;
  • Uw totale oudedagsreserve mag niet hoger zijn dan uw bedrijfsvermogen;
  • U moet de FOR opnemen op uw balans;
  • De FOR is persoonlijk. Wanneer uw partner meewerkt, kan deze ook een eigen FOR opnemen;
  • De FOR mag worden verdeeld over meerdere ondernemingen, zolang er maar niet meer dan het maximum van € 9.542 wordt toegevoegd.

 

 

Bron:

Belastingdienst

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 29 november 2011 arrest gewezen over de vraag of en onder welke voorwaarden Nederland belasting mag heffen ter gelegenheid van het verplaatsen van de feitelijke bestuurszetel vanuit Nederland naar een andere lidstaat (National Grid Indus BV).

Dit besluit beoogt, vooruitlopend op wetgeving, de uitvoeringspraktijk in overeenstemming te brengen met de voormelde beslissing van het Hof. Dit besluit betreft de invordering van aanslagen inkomsten- en vennootschapsbelasting waarin een heffingscomponent zit die verband houdt met het bepaalde in de artikelen 3.60 en 3.61 van de Wet IB 2001 of de artikelen 15c en 15d van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

Dit besluit beoogt een praktisch handvat te geven voor het bepalen van de te hanteren rekenrente bij het berekenen van de contante waarde van renteloze verplichtingen. Met renteloze verplichtingen worden bedoeld verplichtingen waarin tariefafspraken geen rol spelen, bijvoorbeeld omdat in het verleden geen koopsom of premies zijn ontvangen. De goedkeuring in dit besluit is gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Dit besluit vervangt het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/7052M. De bijlage bij het besluit is aangevuld met de gegevens inzake de marktrente voor het jaar 2011. Overigens zijn geen inhoudelijke wijzigingen opgenomen.

Dit besluit is een actualisering van het besluit van 29 juni 2011, BLKB 2011/1233M.

Het besluit bevat onder meer een goedkeuring om voor de btw-correctie op grond van het tot 1 juli 2011 geldende BUA een vast percentage te hanteren voor de bepaling van het gebruik voor privédoeleinden van auto’s die mede voor privégebruik aan de werknemers ter beschikking zijn gesteld. Dit geldt alleen voor tijdvakken waarvan de formalisering van de teruggevraagde btw of de betaalde btw niet onherroepelijk is komen vast te staan.

Daarnaast is een goedkeuring opgenomen die ziet op de gevallen dat auto(verhuur)bedrijven regelmatig verschillende auto’s voor privédoeleinden ter beschikking stellen (of hebben). Ook is een goedkeuring opgenomen om een verlaagd forfait te hanteren ingeval een auto is aangeschaft zonder dat daarvoor recht op aftrek heeft bestaan.

Tevens bevat het besluit een definitie van het woon-werkverkeer en een vereenvoudiging om de hieraan toerekenbare kilometers vast te stellen.

Dit besluit is een samenvoeging van besluit van CPP 2006/1173M dd 05-12-2006 en CPP 2009/83M dd 16-12-2009. Hierin komt de vorming van de herinvesteringsreserve, de afboeking ervan op een bedrijfsmiddel, de toepassing van de boekwaarde-eis, de voorwaarde van “eenzelfde economische functie”, het begrip overheidsingrijpen en tot slot nog enkele overige onderwerpen die verband houden met de herinvesteringsreserve.

Zie besluit BLKB 2011/2061M

De staatssecretaris van Financiën heeft bij een besluit van 11 november 2011 (BLKB2011/1208M) het beleid over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen geregistreerd. Met dit besluit zijn de besluiten DGB2010/745M en CPP2005/3058M ingetrokken.

Enkele van de goedkeurende besluiten zijn:

  • De belastingplichtige die in het kalenderjaar minder dan zes maanden een fiscaal partner heeft, komt toch in aanmerking voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting indien hij in het kalenderjaar een hoger arbeidsinkomen heeft dan deze partner. Aan de overige voorwaarden voor toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting moet ook worden voldaan.
  • In situaties waarin de berekende inkomstenbelasting (= de verschuldigde inkomstenbelasting na toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting) lager is dan de heffingskorting voor de inkomstenbelasting, wordt het niet-verrekende deel van de heffingskorting voor de inkomstenbelasting in mindering gebracht op de verschuldigde premie volksverzekeringen. Hiermee wordt bereikt dat de gecombineerde heffingskorting volledig kan worden verrekend met de berekende inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, als deze gecombineerde inkomensheffing een hoger bedrag beloopt dan de gecombineerde heffingskorting.
Voor de precieze bewoordingen of dit voor u van toepassing is, verwijs ik graag naar het besluit.

 

 

De staatssecretaris van Financiën heeft bij een besluit van 11 november 2011 (BLKB2011/2179M) een aantal beleidsuitingen over de loonbelasting ingetrokken, omdat ze hun belang hebben verloren.

Het voornaamste doel van deze besluiten was om de werking van de destijds geïntroduceerde Wet IB 2001 toe te lichten. Daarnaast is een enkele goedkeuring opgenomen. Inmiddels is de werking van deze wet genoegzaam bekend en zijn de goedkeuringen vervallen of in de Wet IB 2001 verwerkt. Ook zijn vragen en antwoorden verwerkt in nieuw uitgebrachte beleidsbesluiten of in publieksvoorlichting. De beleidsbesluiten hebben hierdoor geen functie meer en worden ingetrokken.

De volgende beleidsbesluiten zijn ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit:
- Besluit van 25 augustus 2000, nr. CPP2000/1313M Vragen en antwoorden inzake de Wet IB 2001 en de Invoeringswet Wet IB 2001 (het nieuwe belastingstelsel);
- Besluit van 13 februari 2001, nr. CPP2000/3210M Vragen en antwoorden inzake het nieuwe belastingstelsel;
- Besluit van 30 november 2001, nr. CPP2001/3035M Vragen en antwoorden inzake het nieuwe belastingstelsel.

 

Zie besluit.

 

 

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit uitgebracht, waarin duidelijk wordt dat de overgangsbepaling O van de Invorderingswet (en daarmee ook artikel 69 WET IB 1964) ook geldt voor situaties waarin een oud-regime-lijfrenteverzekering fiscaal geruisloos wordt omgezet in een met ingang van 2008 fiscaal mogelijke lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht. Dus als de rekeninghouder de andere echtgenoot is dan degene die in het verleden de lijfrentepremies van de oud-regimelijfrente heeft afgetrokken, moeten de uitkeringen worden belast bij de op het tijdstip van ontvangst meestverdienende echtgenoot.

Een in april 2011 genomen standpunt (1) heeft ertoe geleid dat in identieke gevallen belastingplichtigen op basis van dat standpunt vaststaande posities hebben ingenomen. Dergelijke posities moeten fiscaal worden behandeld conform het in april 2011 door de Belastingdienst voor de specifieke casus ingenomen standpunt omdat belastingplichtigen daaraan vertrouwen mogen ontlenen. Met het oog op de beoordeling of sprake is van opgewekt vertrouwen en om dit voor de toekomst vast te leggen, moeten deze situaties vóór 1 januari 2012 worden gemeld aan de voor de belastingplichtige bevoegde inspecteur van de Belastingdienst. Daarbij dienen stukken te worden overgelegd waaruit het tijdstip van onherroepelijk worden van de begunstiging c.q. het tijdstip van overboeking van het lijfrentekapitaal blijkt.

Zie besluit BLKB2011/1576M

(1)
De specifieke casus betrof een zogenoemde kapitaalverzekering met lijfrenteclausule die was gesloten door de meestverdienende echtgenoot die ook de lijfrentepremies had afgetrokken. Op het tijdstip van de expiratie van de kapitaalverzekering was de minstverdienende echtgenoot onherroepelijk begunstigde van de lijfrente. De lijfrenteclausule moet daarom ook door de minstverdienende echtgenoot worden uitgevoerd en deze doet dat door het inbrengen van het lijfrentekapitaal in een lijfrentespaarrekening. Langs deze weg is in de eerste plaats een fiscaal geruisloze omzetting mogelijk, ondanks het feit dat de andere echtgenoot dan de echtgenoot die oorspronkelijk verzekeringnemer was, de rechthebbende wordt van de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht. Bovendien hield het standpunt van de Belastingdienst in dat de uitkeringen die op de lijfrentespaarrekening of het lijfrentebeleggingsrecht worden ontvangen door de minstverdienende echtgenoot, ook daadwerkelijk bij die echtgenoot zouden worden belast. Dit ondanks het feit dat de premies voor de lijfrenteverzekering in het verleden bij de andere, meestverdienende echtgenoot in aftrek zijn gekomen.

Uw administratie zelf boeken of compleet uitbesteden

Eersteklas advisering, een gesprekspartner die kritisch met u meedenkt. We werken met een aantal online administratiesystemen, waar u indien gewenst zelf op elk moment kunt inloggen. Zorg dat u op de hoogte bent van uw onderneming.
OFFERTE OPVRAGEN

HeRa Finance

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram